Albert Schweitzer, 150 jaar geleden geboren

In België is het zo goed als onopgemerkt gebleven, maar in Duitsland was er toch enige aandacht voor: 14 januari 2025 was het 150 jaar geleden dat Albert Schweitzer werd geboren. Albert wie? Zou ik die moeten kennen? Dat was toch zo’n white-supremacy laat-koloniale westerse weldoener/dokter? Nou, ik zou zeggen: geef ‘m een kans. Hij is geïdoliseerd, zeker, maar in aanzet was hij een cultuur-kritische activist, een ‘Aussteiger’ avant la lettre, die “er helemaal voor ging”. Een fragment uit een radiolezing over wat hem bewoog om naar Afrika te gaan. (ruimere selectie in het Duits voor de liefhebber van context.)

Over Albert Schweitzer, z’n vrouw en Antwerpen, zie de bijdrage naar aanleiding van het memorial van 2013

De wil om te leven

Waarom gaf Schweitzer alles op (diverse carrièremogelijkheden, rust, roem, geld, comfort, gezinsleven) en trok hij naar Tropisch Afrika (Lambarene, Gabon) om een ziekenhuis te stichten… ?

[NDR Kultur – Glaubenssachen, 12 01 2025 – licht bewerkt voor de duidelijkheid]

Het antwoord op deze vraag is simpeler dan u denkt, en radicaal tegelijk. Na een doctoraat in de theologie te hebben behaald, komt hij tot het inzicht dat de wereld waarin wij leven geen inherente zin heeft . Alleen de mens kan zijn eigen leven betekenis verlenen, zin geven. Daartoe moet hij de kracht ontdekken achter en in alles wat er is. Dat is – zo meent Schweitzer – de wil om te leven. [In het Duits: “Die Wille zum Leben“: betekenisvolle constructie, met name omdat filosofen al eerder in deze zin hebben gesproken (Schopenhauer), maar vaak met een andere combinatie: Die Wille zur Macht bijvoorbeeld (Nietzsche). Wille kan in het Nederlands beter weergegeven worden met : ‘drive’, ‘urge’ want heeft in het Duits weinig met rationele keuzes te maken. Het is eerder een oer-aandrift. nvdr] Deze levenswil verbindt de mens met alle andere levende wezens: mensen, maar ook dieren en planten (ja, Schweitzer is soms ook z’n tijd ver vooruit geweest). Dat schept volgens hem een soort mystieke verbondenheid. Wie deze oerkracht ontdekt, voelt eerbied en medelijden voor alles wat leeft. [“Ehrfurcht vor dem Leben“, en “Compassion” ineen. nvdr]. Maar dat is alleen mogelijk voor de mens. Want, aldus Schweitzer:

“De natuur kent geen eerbied voor het leven. Zij brengt duizendvoudig leven voort op de meeste zinloze manieren en vernietigt het duizendvoudig, eveneens op de meest zinloze manieren.”

Alleen de mens kan daar een zin tegenover stellen. Prinz1 beschrijft het zo:

“Zin kan ieder alleen in en voor zichzelf vinden, door te beseffen dat men leeft of, beter gezegd, dat men leven is. Als men zich van dit feit, dat een onbegrijpelijk raadsel is, maar diep genoeg bewust wordt, volgt daar voor Schweitzer onvermijdelijk een ethische verplichting uit: namelijk leven beschermen en bevorderen – zonder onderscheid tussen hoger en lager, waardevol en minder waardevol leven. Voor Schweitzer is al het leven ‘heilig’.”

“Eerbied voor het leven” is voor Schweitzer een universeel principe. Iedereen kan het begrijpen en het volgen, ernaar leven – ongeacht uit welke cultuur men komt of tot welke religie men behoort. Bij Schweitzer was dit principe natuurlijk wel christelijk gekleurd, en dat op twee manieren: ten eerste zag hij het als een logische voortzetting van de naastenliefde zoals Jezus die verkondigde (Bergrede), waarbij Schweitzer de naastenliefde echter uitbreidde tot dieren en planten. Ten tweede beschouwde hij de medische zorg voor het leven van anderen als een vorm van boetedoening, omdat hij met zijn werk in Afrika genoegdoening (Wiedergutmachung) wilde bieden voor de Europese koloniale schuld. Dit laatste is bijna ironisch, omdat hij zelf nog een late representant van het koloniale denken was.

AUF DEUTSCH

150 Jahre – das ist ein schwieriges Alter für berühmte Menschen. Den Älteren ist man noch irgendwie bekannt, aber nur in halbverblassten Klischees, die ein Gähnen auslösen oder gar einen Widerwillen. Die Jüngeren wissen nichts mehr von einem, auch nicht, was ihre Neugier reizen könnte. So scheint es heute um Albert Schweitzer zu stehen, dessen 150. Geburtstag am 14. Januar zu feiern wäre. Es ist still um ihn geworden. Dafür gibt es Gründe. Die Verehrung, die er in den Nachkriegsjahren erfahren hat, war übertrieben.

Für Lambaréné verzichtete Schweitzer auf ein bürgerliches Leben, ein vertrautes Zusammenleben mit seiner Frau Helene und ihrer Tochter Rhena; auf eine akademische Karriere und die Möglichkeit, in Ruhe Bücher zu lesen und zu schreiben; auf ein verlässliches Auskommen; auf die Chance, sich seiner Kunst zu widmen und nicht nur zum Spendensammeln Orgel zu spielen; auf Gespräche mit Freunden; auf alles Heimatliche, die Vertrautheit der Umgebung, Sprache, Sitten, Speisen und Kultur. All das gab er auf. Nicht wenige hielten ihn deshalb für übergeschnappt oder – schlimmer noch – für eingebildet. Wollte er etwas Besonderes sein? Schweitzer jedoch scheint der totale Verzicht nicht schwer gefallen zu sein. Für Geld hatte er sich sowieso nie interessiert. Alles hinter sich zu lassen, muss er als Befreiung erlebt haben. So nämlich konnte er endlich das tun, was er für sich als das allein Sinnvolle erkannt hatte. Man sollte sich Schweitzer deshalb als einen glücklichen Menschen vorstellen. So jedenfalls sieht es Alois Prinz.

„Er wolle sich ‚aus diesem bürgerlichen Leben befreien‘, schrieb Schweitzer einmal an Helene. Er habe keinen Ehrgeiz, ein berühmter Künstler oder großer Gelehrter zu werden, sondern wolle ‚einfach ein Mensch‘ sein.“

Eine innere Unruhe verhinderte, dass Schweitzer sich in komfortablen Verhältnissen einrichtete, die er als falsch und sinnlos empfand. Deshalb stieg er aus, um ganz für seinen Glauben und seine Mission zu leben – so wie viele Missionare vor ihn, viele Aussteiger nach ihm, viele Aktivisten heute noch. Das nötigt Respekt ab, hat aber auch eine dunkle Seite. Man bedenke, was seine Lebensentscheidung für Helene Schweitzer bedeutete: Sie lebte weitgehend ohne ihn, zog ihre Tochter allein auf, konnte von ihm keine Hilfe empfangen, als sie sich und ihre Tochter während des Zweiten Weltkriegs vor den antisemitischen Mördern in Sicherheit bringen musste, durchlitt später zudem Phasen der Zurücksetzung und Eifersucht.

Wofür das alles? Schweitzers Gedankengang ist nicht kompliziert. Er beginnt mit der Einsicht, dass es in dieser Welt keinen Sinn gibt. Nur der Mensch kann dem eigenen Leben einen Sinn verleihen. Dazu muss er die Kraft entdecken, die hinter allem steht. Das ist der Wille zum Leben. Er verbindet den Menschen mit allen anderen Menschen, Tieren und Pflanzen. Das stiftet eine Art mystischer Verbundenheit. Wem sie sich eröffnet, empfindet Ehrfurcht vor und Mitleid mit allem, was lebt. Doch das ist nur dem Menschen möglich. Denn, so Schweitzer:

„Die Natur kennt keine Ehrfrucht vor dem Leben. Sie bringt tausendfältig Leben hervor in der sinnlosesten Weise und zerstört es tausendfältig in der sinnlosesten Weise.“

Nur der Mensch kann dem einen Sinn entgegensetzen. Prinz beschreibt es so:

„Sinn kann jeder nur für sich selbst und in sich selbst finden, indem man begreift, dass man lebt oder, besser gesagt, dass man Leben ist. Wenn man sich dieser Tatsache, die einunbegreifliches Rätsel ist, nur tief genug innewird, ergibt sich für Schweitzer zwangsläufig eine ethische Verpflichtung, nämlich Leben zu schützen und zu fördern – und dabei gibt es keine Unterscheidung zwischen höherem und niedrigerem, wertvollerem und weniger wertvollerem Leben. Alles Leben ist für Schweitzer ‚heilig‘.“

„Ehrfurcht vor dem Leben“ ist für Schweitzer ein universelles Prinzip. Jeder Mensch kann es verstehen und ihm folgen – unabhängig davon, aus welcher Kultur er stammt oder welcher Religion er angehört. Doch bei Schweitzer war dieses Prinzip christlich eingefärbt, und zwar in doppelter Weise: Zum einen ist es für ihn die konsequente Fortschreibung der Nächstenliebe, wie Jesus sie verkündigt hatte, wobei Schweitzer die Nächstenliebe allerdings auch auf Tiere und Pflanzen ausweitet. Zum anderen war der medizinische Dienst am Leben anderer für ihn Teil einer Buße, denn mit seiner Arbeit in Afrika wollte er Wiedergutmachung für die europäische Kolonialschuld leisten

14 januari 2025 – Dick Wursten

Een ♡ van Bach

In de vierde cantate van het Kerstoratorium wordt ‘de weg naar binnen’ ingeslagen, d.w.z. – naar toenmalige opvattingen: het hart moet geopend worden voor de nieuwgeboren Heer. Dat gebeurt in deze cantate heel nadrukkelijk. Nadat de evangelietekst is geciteerd (Lukas 2,21 – Jezus krijgt nu officieel de naam die de engel Maria had ingefluisterd: Jeshua… “de Heer redt”), gaan de zangers mediteren over de betekenis van deze ‘zoete naam’ . De sopraan zingt een koraal, en de bas belijdt wat die naam voor hem betekent. En, kijk, nu gebeurt er iets vreemds in de partituur, neen niet bij de muzieknoten, maar in de tekst die Bach onder de noten schrijft.

Immanuel, o süßes Wort!
Mein Jesus heißt mein Hort,
mein Jesus heißt mein Leben.
Mein Jesus hat sich mir ergeben,
mein Jesus soll mir immerfort
vor meinen Augen schweben.
Mein Jesus heißet meine Lust,
mein Jesus labet und Brust.
Immanuel2, wat een zoet woord!
Mijn Jezus, is mijn toeverlaat
mijn Jezus is mijn leven.
Mijn Jezus heeft zich mij gegeven,
mijn Jezus zal mij nu voortaan
voor mijn ogen zweven.
Mijn Jezus is mijn lust,
mijn Jezus laaft en (in)borst.

Hier het recitatief: https://www.youtube.com/watch?v=WIb6iwt3XeM&t=390s

Ah ja, merkt een slimme musicoloog op3, Bach had geen plaats meer aan het eind van de regel, om het woord voluit te schrijven, dus heeft hij het symbool gebruikt. Zou kunnen (hoewel Bach een meester is ins het afkorten van tekst om die onder de noten te plaatsen). Maar deze keer is meer aan de hand: Vanaf dit moment vervangt Bach in deze cantate elke keer het zelfstandig naamwoord “Hertz” (enkelvoud), door het symbool.4 Kijkt u maar mee: In de Echo-aria (Flößt, mein Heiland, flößt dein Namen) valt het woord niet, maar in het reciet nadien (Wohlan, dein Name soll allein in meinem Hertzen sein) duikt het weer op.5. Het is opnieuw de bas die de tekst zingt. Het is zijn reactie op de schone keten aan epitheta die de sopraan Jezus toezingt (in het koraal):

Jesu, meine Freud und Wonne,
meine Hoffnung, Schatz und Teil,
mein Erlösung, Schmuck und Heil,
Hirt und König, Licht und Sonne…
So will ich dich entzücket nennen,
wenn Brust und
zu dir vor Liebe brennen.
Jezus, mijn vreugde, mijn lust,
mijn hoop, mijn schat, mijn deel,
Mijn verlossing, sieraad, heil,
herder, koning, licht en zon…

Ja, zo wil ik u vol verrukking noemen
als binnen in mij het
van liefde voor u brandt.

Ja, excuses, Bach heeft er een beetje een knoeiboel van gemaakt (Bach was ook maar een mens). Hij had de tekst blijkbaar te snel onder de noten geplaatst en moest vervolgens “wenn Brust und Hertz zu” nog tussen “nennen” en “dir” proppen. Dus doorhalen en erboven schrijven. En dan is er ook nog een correctie in de muzieknoten, zo te zien. Dus sorry voor de chaos, maar er staat wel degelijk weer een symbool ipv een uitgeschreven “Hertz”. https://www.youtube.com/watch?v=WIb6iwt3XeM&t=866s

Is het nog steeds ruimtegebrek? Zou nog steeds kunnen, ware het niet dat in de pièce de résistance van deze cantate, de hieropvolgende aria van de tenor: Ich will nur dir zu Ehren leben, Bach alle tijd en ruimte heeft om het woord ‘Hertz’ voluit te schrijven en het niet doet. En dat tot twee keer toe. Na de tekst reproduceer ik eerst de hele pagina, dan de laatste keer ‘met ondertiteling’.

Ich will nur dir zu Ehren leben,
mein Heiland, gib mir Kraft und Mut,
daß es mein recht eifrig tut!
Ik wil enkel U ter ere leven,
mijn Heiland, geef mij kracht en moed
dat mijn dit met oprechte ijver doet!

U ziet het: zeker de eerste keer op deze pagina had Bach ruimte genoeg om ‘Hertz’ voluit te schrijven. Ook daar tekent hij echter het symbool.

Luister trouwens zeker eens naar deze aria: een fuga en een aria ineen. Up tempo uitvoering van Rudolf Lutz: https://www.youtube.com/watch?v=WIb6iwt3XeM&t=981s
Terzijde: de muziek voor deze aria is afkomstig uit de wereldse cantate “Hercules auf dem Scheidewege” (hier meer daarover). Daar is in de tekst sprake van ‘zweven’ op arendsvleugelen. Je kunt dit nog goed horen als bijv. de tenor Leben zingt. In het origineel staat daar schweben

Conclusie

Wat is nu de diepe betekenis hiervan, vraagt u zich af, de diepe zin? Welnu, die is er niet (tenzij u ‘m ziet, natuurlijk). Wellicht vond Bach het wel ‘aardig’, nadat hij het de eerste keer had gedaan. Mensen doen – godzijdank – ook wel eens dingen die geen diepe betekenis hebben, zomaar, maar die – eens gedaan – een glimlach ontlokken.

Nieuwjaar 2025, Dick Wursten.
met dank aan Martin Petzoldt, Bach-Kommentar Bd. II, die de aanwezigheid van dit symbool in de tekst opmerkt (niet als eerste, maar voor mij wel).

Alle afbeeldingen BWV 248
https://www.bach-digital.de/receive/BachDigitalSource_source_00000850

Artur Honegger: psaume 138

From Trois psaumes (1940-41), nr. 3: Il faut que de tous mes esprits.

Score (All three psalms) – from IMSLP. Enjoy.

Text (Fr-Eng)

Psaume 138 Psalm 138
(poem by Clément Marot, 1543)(English – Book of Common Prayer)
Il faut que de tous mes esprits
ton los et prix
j’exalte et prise:
Devant les grands me présenter
pour te chanter
J’ai fait emprise.
En ton saint’ Temple adorerai,
célèbrerai
ta renommée,
Pour l’amour de ta grand’ bonté,
et féauté
tant estimée.
I will give thanks to you, O LORD,
with my whole heart;

Before the gods I will sing your praise.

I will bow down toward your holy temple
and praise your Name,

Because of your love and faithfulness;

Antisemitisme bij ons (na 7 oktober 2023)

Sinds 7 oktober 2023 neemt het aantal meldingen rond anti-semitisme toe, ook in ons land. Volgens een IPSOS-peiling voor het Jonathas Instituut (opgericht na 7 oktober) heeft 14% van de Belgen een afkeer van Joden, dubbel zoveel als de Fransen. Dit cijfer stijgt tot 22% in Brussel, waar 11% van de bevolking ook aangeeft dat ze sympathie heeft voor Hamas. Dit is alarmerend (bron: DESINFOS.COM van 080624).

Vermenging van haat tegen Israel en haat tegen Joden.

– In Frankrijk kwam recent (5 mei 2024) een nieuw overzicht uit van de situatie op dit vlak. De enquête wees op een ‘nieuw antisemitisme’ dat niet altijd opgemerkt wordt door de meerderheid van de bevolking. Bedoeld wordt een vermenging van de haat tegen Israël en de haat tegen joden.
– De stijging van het aantal antisemitische incidenten aan universiteiten in Noord-Amerika en in Europa geeft aan dat het antizionistische gevoel  zich vertaalt in een duidelijk antisemitische houding tegenover Joden in het algemeen. Als men doorvraagt tegen wie de incidenten zich richten komt men aan: Joden 50%, Moslims 19 %, katholieken 15%, kleurlingen 10 % en Roma 4%.
– Een kwart van de Franse Joden verklaart sinds 7 oktober te lijden hebben gehad van incidenten. 44 % van de ondervraagden hebben in het openbaar alle kenmerken in hun kleding weggedaan. 20 % heeft de mezoeza en hun naam aan de deur verwijderd, hebben zelfs hun naam veranderd bij bestellingen online uit angst voor agressies. De neergelegde klachten zullen waarschijnlijk maar een miniem aantal weergeven. Dit alles uit een persnota van AJC Parijs van mei 2024 over een enquête uitgevoerd door het IFOP.  

Voorbeelden van bij ons

Wij kunnen op dit moment niet ingaan op uw huurvraag, omdat we linken zien tussen uw organisatie en het huidige Israël.” Dat stond te lezen in een mail van het Antwerpse kunstencentrum Monty aan een Joodse lagere en middelbare school die een zaal wou huren voor een activiteit…
“We hebben een foutieve link gelegd tussen de Joodse school en de Israëlische regering. Toen de school geschrokken reageerde, besefte ik meteen dat we een fout hadden gemaakt”, aldus de directeur. (uit De Standaard van 080624).
Tijdens de manifestatie van zondag 2  juni ‘Samen tegen Antisemitisme’ in  Antwerpen sprak ook journalist Rik Van Cauwelaert en wees op het conflict in het Midden-Oosten dat bij ons geïmporteerd wordt. Joodse studenten worden beschimpt omdat zij Joods zijn. Ook heel wat Joden veroordelen wat in Israël en Gaza gebeurt.

Arabische studenten aan Joodse universiteiten en Joods protest.

In het protest aan onze universiteiten schijnen de studneten geen rekening te houden met het feit dat bijv. aan de universiteit van Tel-Aviv 30% van de studenten Arabisch zijn, en dat aan de universiteit van Haifa de rector een Arabische vrouw is en dat daar zelfs de meerderheid van de studenten Arabisch is. Door de oproep tot universitaire boycot sluit men zich af van de vele individuen (studenten en professoren) die in Israel ook tegen de huidige politiek ageren. (Aldus Rik Van Cauwelaert in een verslag tijdens de uitzending van ‘De Afspraak’ op Canvas met Phara de Aguirre op maandag 030624.)

Dit alles doet ons de vraag stellen in hoeverre men als minderheidsgroep kan opkomen voor een andere minderheidsgroep. Zijn wij het volgende slachtoffer? Hebben wij iets geleerd van dominee Martin Niemöller toen hij schreef “Toen de nazi’s de communisten arresteerden, heb ik gezwegen; ik was immers geen communist…”

Danny Rouges 9/6/2024

ORGELCONCERT 22 juni 2024 – 20u

Jésus, vu par des françaix modernistes

door Willem Ceuleers

Vrije bijdrage bestemd voor de restauratie van een deel van het orgel (najaar-winter 2024)

Dit concert is het eerste in een reeks van twee, voorafgaand aan de deelrestauratie van het orgel komende winter. Het tweede concert wordt voorzien in september, datum afhankelijk van de startdatum van de restauratiewerken.

Het programma van deze avond belicht de Franse tongval van ons Duitse Walckerorgel aan de hand van ‘modernistische’ componisten uit het interbellum. Het thema is het leven van Jezus. Daarvoor werd er gekozen uit de Rooms-Katholieke liturgieën in het Parijs van de jaren 1920 waarin sleutelmomenten uit Jezus’ leven aan bod komen.

Programma:

1. Advent

          Marcel Dupré (1886-1971): uit ‘Symphonie Passion’, opus 23 (1924):
                    I. Le Monde dans l’attente du Sauveur :
                    Allegro agitato, ma non troppo vivo

2. Kerstmis

          Marcel Dupré (1886-1971): uit ‘Symphonie Passion’, opus 23 (1924):
                    II. Nativité : Cantabile

3. Witte Donderdag

          Olivier Messiaen (1908-1992):
                    Le Banquet Céleste (1926) : Très lent, extatique

4. Goede Vrijdag

          Marcel Dupré (1886-1971): uit ‘Symphonie Passion’, opus 23 (1924):
                    III. Crucifixion : Lento

5. Pasen

          Charles Tournemire (1870-1939): uit ‘Cinq Improvisations’ (1931) reconstituées par Maurice Duruflé (1958):
                    V. Choral-Improvisation sur le ‘Victimae paschali’
                    Moderato / animato / largo / presto

6. Hemelvaart

          Olivier Messiaen (1908-1992): uit ‘L’Ascension (version pour orgue 1934):
                    IV. Prière du Christ montant vers son Père :
                    Extrêmement lent, ému et solennel

7. Pinksteren

          Charles Tournemire (1870-1939): uit ‘L’Orgue Mystique, opus 56 (1927-1932):
                    25e recueil: In Festo Pentecostes: II. Offertoire : senza rigore

8. Trinitatis

          Charles Tournemire (1870-1939): uit ‘Cinq Improvisations’ (1931) reconstituées par Maurice Duruflé (1958):
                    III. Improvisation sur le ‘Te Deum’ : Largo /  andante / vivo

De vrije bijdrage is ten bate van de nakende orgelrestauratie.

Dit concert is het eerste in een reeks van twee, voorafgaand aan de deelrestauratie van het orgel komende winter. Het tweede concert wordt voorzien in september, datum afhankelijk van de startdatum van de restauratiewerken.

Het programma van deze avond belicht de Franse tongval van ons Duitse Walckerorgel aan de hand van ‘modernistische’ componisten uit het interbellum. Het thema is het leven van Jezus. Daarvoor werd er gekozen uit de Rooms-Katholieke liturgieën in het Parijs van de jaren 1920 waarin sleutelmomenten uit Jezus’ leven aan bod komen.

Golliwog goes to church

Muzische viering met twee klarinetsuites (Debussy en Ceuleers)

Thema: Zijn wij vrije mensen, of dansen we naar de pijpen van X?
Muzikale gasten : het klarinetkwartet van de Koninklijke Harmonie “De Eendracht” te Wommelgem:

  • An Van Berendoncks
  • Kathleen De Praitere,
  • Lieven Van den Eede,
  • Willem Ceuleers.

Hoofdmuziek:
Claude Debussy: delen uit Children’s corner, gearrangeerd door Willem Ceuleers: Suite composée nr. 2 (2023)
– Serenade of the Doll
– The little Shepherd
– Golliwogg’s cake walk

Willem Ceuleers: Klarinetkwartet nr. 1, opus 1012 (2023)
– Allegro amabile
– Thema met variaties

Thema van de viering: Zijn wij vrije mensen, of dansen we naar de pijpen van X ?
Lezing: Mattheüs 11:9-16 (“Wij hebben op de fluit gespeeld, en gij hebt niet gedanst”), 25-30 (“Ik zal u rust geven, rust voor uwe zielen”)
Duiding en Prediking: Dick Wursten

Voor en na de viering: symfonische orgelmuziek van Camille Saint-Saens, Marcel Dupré, en Louis Vierne.

Liturgisch verloop van de viering:

  • welkom / afkondigingen
  • aanvangslied: gezang 380: 1, 2 en 3
  • stil gebed
  • votum & groet
  • lied: gezang 380: 4 en 5
  • gebed om ontferming
  • glorialied: psalm 149: 1 en 2

Spreuk: Wij hebben op de fluit gespeeld en gij hebt niet gedanst…
          (Mattheüs 11: 16-19)

  • duiding
  • klarinetsuite (naar ‘Children’s corner van Claude Debussy)
  • duiding (bis)

gebed bij de opening van de Schriften

  • Mattheüs 11:25-30
  • lied: gezang 170: 1, 2, 3

Preek: komt tot Mij, allen die vermoeid en belast zijt, en ik zal u rust geven, rust voor uwe zielen.

  • klarinetsuite (Ceuleers)
  • Geloofsbelijdenis/gebeden
  • slotlied: psalm 87
  • heenzending en zegen
  • amen..” (gezang 456:3)

Holy, holy, holy – the lord is King

orde van dienst 14 april 2024. Zondag Misericordia Domini

Orgelmuziek : Thomas Tomkins (1572-1656): Offertory (1637)

  • Welkom
  • Votum en groet
  • Aanvangshymne: Holy, holy, holy, Lord God Almighty koraalmotet Willem Ceuleers, opus 1018 (2023) – koor en orgel
  • Gebed om ontferming
  • Zingen: Psalm 33: 1 en 2
  • Woord ten leven
  • Zingen: Psalm 33: 8
  • Dienst van het Woord
  • Gebed bij de opening van het Woord
  • Schriftlezing: Johannes 21: 15-19
  • Zingen: Psalm 139: 1, 2, 14
  • Overdenking
  • Cantate:     The Lord is King, the earth may be glad (1688) (tekst p. 3) Henry Purcell (1659-1695) Bassolist, koor en continuo (orgel)
  • Dankgebed en voorbeden
  • Collecten (1 orgel, 2 eredienst)
  • Slotlied: gezang 313: 1, 5, 6, 7
  • Zegen – Amen (gezang 456:3)

Orgelmuziek: Charles Villiers Stanford (1852-1924) – 100ste sterftejaar: Fantasia and Toccata in d minor, opus 57 (1894, rev. 1917)

Leerhuis ‘VAN ABBA TOT ZONDEBOK’

BIJBELSE OEFENING IN DIALOGEREN (joods-christelijke dialoog)      

vijf donderdagavonden (ook apart te bezoeken) :
25 april , 2 mei, 16 mei, 23 mei, 30 mei, 6 juni   van 20.00 tot 21.30 uur
TPC – Groenenborgerlaan 149, 2020 Antwerpen

Data: donderdag 25 april 2024, donderdag 2 mei, donderdag 16 mei, donderdag 23 mei, donderdag 30 mei, donderdag 6 juni   van 20.00 tot 21.30 uur

Initiatiefnemers: Diocesane Werkgroep Bijbel (DWB) + Antwerpse Contactgroep voor joods-christelijke betrekkingen (ACJCB)

  • Begeleiders: Jean Bastiaens, David Godecharle, Rik Hoet, Danny Rouges
  • Plaats: TPC Antwerpen, Groenenborgerlaan 149, 2020 Antwerpen.
  • Bijdrage: 10 euro per samenkomst (inclusief koffie en syllabus)
  • Wie wil kan het boek ter plekke aanschaffen (€ 24,95).

Info: david.godecharle@bisdomantwerpen.be

Inschrijven: els.want@bisdomantwerpen.be  – of via deze link

Leerhuis Van Abba tot Zondebok

men kan alle avonden komen.. of ook enkele.. of slechts één…

Samenkomst I – 25 april

Algemene inleiding: oorsprong en totstandkoming van het boek in zijn Duitse uitgave. Doel van het boek.

Twee trefwoorden:

  • Bijbel: Oude Testament, Nieuwe Testament?
  • Bloed: ‘Zijn bloed kome over ons’??

Samenkomst II – 2 mei

  • Christus: messiasverwachting
  • Jezus van Nazaret: zoon van God?
  • Exodus: ten koste van de Egyptenaren?

Samenkomst III – 16 mei

  • Farizeeën: wie zijn zij werkelijk?
  • God: veraf of dichtbij?
  • Genade: staan wet en genade tegenover elkaar?

Samenkomst IV – 23 mei

  • Dabru Emet – Spreek waarheid! : Een joods standpunt tegenover christenen
  • ‘De wil van onze Vader in de hemel doen’: een nieuw orthodox standpunt over dialoog tussen joden en christenen
  • Nostra Aetate 4: document van Vaticanum II over het jodendom

Samenkomst V – 30 mei

  • Liefde voor de vijand: alleen in het christendom?
  • Oog om oog, tand om tand: wraak of vergoeding?
  • Toorn van God: de passie van God?

Samenkomst VI – 6 juni

  • Volk van God: wie is het volk van God?
  • Uitverkiezing – Roeping: wie is uitverkoren?
  • Wraak: waarom en waartoe? Een Bijbels perspectief.

Slot: evaluatie. Welke oogst brengen we bijeen?

Doelgroep: joden en christenen die werken in de pastoraal, catechese, verkondiging; godsdienstleerkrachten; geïnteresseerden.

We maken op vlak van de Bijbel een paradigmashift mee. Die shift is al lang geleden ingezet, laten we zeggen vanaf de eerste oorsprong van de historisch-kritische methoden…

Het oude paradigma, gaandeweg op gang gekomen vanaf de tweede eeuw, ziet het Nieuwe Testament (NT) als een vervulling van het Oude Testament (OT), in die zin dat het OT wel nog getuige en bewijs is, maar geen zelfstandige relevantie meer bezit. Het Oude Testament is in zekere zin achterhaald, met een voorbijgestreefd Godsbeeld. Dit bepaalde ook de visie op het jodendom: ook het jodendom was een achterhaalde positie, en niet meer relevante manier van God dienen. Bovendien werd er een tegenstelling gecreëerd tussen OT en NT: de God van de toorn/wraak (‘oog om oog’) hoort bij het OT, de ‘God van de liefde’ bij het NT (cf. de zogenaamde ‘antithesen’). Het hoeft geen betoog om te beseffen welke kwalijke gevolgen dit heeft gehad voor de vervolging van joodse mensen, eeuw na eeuw…

De paradigmashift werd van zowel joodse als christelijke zijde ingezet:

– Van joodse zijde: Martin Buber, David Flusser, Sjemueel Safrai enz.

– Aan christelijke zijde: Dietrich Bonhoeffer, Karl Barth en vooral, in ons taalgebied, Heiko Miskotte  (en ‘de Amsterdamse School’)

We zijn nog bezig deze paradigmashift te maken. Bij de meeste gelovigen is deze nog niet aangekomen. Wat staat ons te doen?

Een groep van Duitstalige joden en christenen hebben het probleem van de implementatie van de paradigmashift bij de wortel aangevat: welke woorden en begrippen verraden het denken in het oude paradigma? Welke Bijbelse woorden met name zijn dat? En kunnen we die herijken naar de oorspronkelijke bedoeling?

Het boek Van Abba tot Zondebok stelt 57 trefwoorden voor die bespreking verdienen, telkens op 2 of 3 bladzijden. Het levert authentiek graafwerk op in onze Bijbel, die we menen te kennen maar niet genoeg kennen. Elk trefwoord geeft voer voor verdere reflectie en discussie.

We gaan er samen mee aan de slag. Na de algemene voorstelling van het trefwoord in kwestie, gaan we in kleine groepen uiteen. Daarna komen we weer samen voor het verzamelen van de nieuwe inzichten. Het wordt een vruchtbaar en spannend leerproces voor elk van ons, waarbij we met nieuwe ogen zullen kijken naar zowel het Oude als het Nieuwe Testament.