Een lofzang op de drie-eenheid met een melodie van J. Bacchus Dykes die de naam van het concilie krijgt, waar dit dogma is geformuleerd (Nicaea, 325). Over dit dogma, zie onder.
Tekst en vertaling (E-NL)
origineel Reginald Heber | vertaling Willem Barnard |
---|---|
1 Holy, Holy, Holy! Lord God Almighty! Early in the morning our song shall rise to Thee; Holy, Holy, Holy! Merciful and Mighty! God in Three Persons, blessed Trinity! | 1 Heilig, heilig, heilig! Heer, God almachtig, vroeg in de morgen worde U ons lied gewijd. Heilig, heilig, heilig! Liefdevol en machtig, drievuldig God, die één in wezen zijt. |
2 Holy, Holy, Holy! All the saints adore Thee, Casting down their golden crowns around the glassy sea; Cherubim and seraphin falling down before Thee, Which wert, and art, and evermore shall be. | 2 Heilig, heilig, heilig! Heiligen aanbidden, werpen aan de glazen zee hun gouden kronen neer. Eeuwig zij U ere, waar Gij troont te midden al uwer engelen, onvolprezen Heer. |
3 Holy, Holy, Holy! though the darkness hide Thee, Though the eye of sinful man thy glory may not see: Only Thou art holy, there is non beside Thee, Perfect in power, in love and purity. | 3 Heilig, heilig, heilig! Gij gehuld in duister, geen oog op aarde ziet U zoals Gij zijt. Gij alleen zijt heilig, enig in uw luister, één en al vuur en liefde en majesteit. |
4 Holy, Holy, Holy! Lord God Almighty! All thy works shall praise thy name, in earth, and sky, and sea; Holy, Holy, Holy! Mertciful and mighty, God in Three Persons, blessed Trinity! | 4 Heilig, heilig, heilig! Heer, God almachtig, hemel, zee en aarde verhoogt uw heerlijkheid. Heilig, heilig, heilig! Liefdevol en machtig, drievuldig God, die één in wezen zijt. |
Toelichting op de tekst
- Eigenlijk is het morgenlied (regel 2: Early in the morning…).
- De lofprijzing op de drie-enige God komt voort uit de drievoudige herhaling van het Sanctus, d.w.z. het visioen van de profeet Jesaja (h. 6 ) die God aanschouwt in de tempel, terwijl de engelen het ‘sanctus’ zingen.
- Dit Joodse sanctus wordt via de Apocalyps een lofprijzing op Christus. De ‘glazen zee’ (Openbaring 4) is de plek waar de heiligen zich buigen voor het Lam Gods.
- We zouden dit vandaag culturele/religieuze appropriatie noemen, zeker omdat in het zelfde couplet ook cherubim en serafiem uit Jesaja worden meegenomen (in het Engels, in de vertaling ‘engelen’).
- Bij zoveel heiligheid voelt de mens zich klein worden, onwaardig. Dat is wat de profeet Jesaja zegt, terwijl hij op de grond valt. Dit is couplet 3 (eigenlijk enkel te horen in de originele Engelse versie).
- Tenslotte wordt wereldwijd Gods glorie ontvouwd in couplet 4, niet verrassend voor wie Jesaja 6 kent: ‘vol is de aarde van zijn heerlijkheid’ (in het Sanctus: et plena est terra gloria eius).
- Alles samen: een geconcentreerde, hecht gecomponeerde, eenvoudige, tekst. Lastig te vertalen zoals zowel C.B. Burger (Hervormde Bundel 1938) als Willem Barnard (Liedboek voor de kerken 1973) getuigen. Voor hun beider vertalingen zie het Liedboekcompendium
Tekstdichter Reginald Heber
Reginald Heber (1783-1826), werd opgleid aan Brasenose College, Oxford. Zijn literair talent bleek al vroeg. Hij genoot bekendheid als metrisch vertaler van Latijnse poëzie. Vanaf 1807 was hij ‘vicar’ van Hodnet. Zijn onrustige geest dreef hem verder. In 1823 werd hij Bisschop van Calcutta. Als zodanig was hij verantwoordelijk voor de kerkelijke leiding van geheel Brits-Indië (= India, Pakistan en Bangladesh). Dit lied werd voor het eerst gepubliceerd in A Selection of Psalms and Hymns for the Parish Church of Banbury (Third Edition, 1826), en in 1861 ook opgenomen in een Nieuw Engelse gezangboek (zie onder). Daar kreeg het ook zijn melodie.
Liedcomponist John Bacchus Dykes
John Bacchus Dykes (1823-1876) studeerde aan St. Catharine’s College te Cambridge en werd in 1849 precentor en choir director at Durham Cathedral. Hij was van 1862 tot 1876 verbonden aan St Oswald’s Church te Durham en leverde een belangrijke bijdrage aan de eerste editie van Hymns Ancient & Modern (1861). Hij was een vertegenwoordiger van de Oxford Movement (streefde binnen de Anglicaanse kerk naar een hoog-liturgisch spiritueel Réveil) en componist van meer dan 300 melodieën. De bekendste is ongetwijfeld: Nearer my God to thee. Dyckes schreef de melodie voor Holy, holy, holy met het oog op de publicatie van dit lied in de eerste editie van Hymns Ancienst & Modern (1861). Melodisch gebeurt in de eerste regel weinig: een gebroken drieklank (d’-fis’-a’) met de sext (b’) ter afwisseling. Zoals vaak in 19de eeuwse liederen bepalen de ondersteunende harmonieën de muzikale zeggingskracht. Dykes gaf zijn melodie de naam NICAEA vanwege het trinitarische karakter van de liedtekst.
De drie-eenheid
Dit dogma werd op een verscheurd concilie (internationale kerkvergadering) in Nicea (Klein-Azië, nu Turkije) in het jaar 325 onder druk en tot tevredenheid van keizer Constantijn vastgelegd. Het leerde dat de Vader en de Zoon één in wezen (Grieks: ‘ousia’: het “zijn” zelf, de substantie) zijn.1 Niet zozeer omdat dit de juiste definitie was, maar omdat met deze formule – zo dacht men – de eenheid in de kerk kon worden bewaard (of hersteld, afgedwongen, kies maar), iets waarop de keizer erg gesteld was. Logisch, vanuit de macht gedacht. De pluraliteit (d.w.z. de discussie, het debat, dialoog, ruzie, verschil van mening) die voordien op dit punt de realiteit van de kerk uitmaakte, werd vervangen door een uniforme opvatting (leer = dogma). Het feit dat velen in de kerk Jezus wel zeer hoog achtten en in Hem geloofden voor hun redding, maar God toch nog steeds als uniek (enig en één) beschouwden, werd door het conciliebesluit problematisch. [Soms moet je ook durven iets niet te besluiten]. Nu werden zij ‘ketters’ (hetero-dox (andersgezind), vs. ortho-dox (rechtzinnig) en straks worden ze manu militari uit de rijkskerk gebannen. Dit gold zowel voor de snel kleiner wordende groepen christenen die zich van de Joodse wortels bewust waren, als voor de kerk in het Westen (Spanje, Gallië) waar het denkbeeld dat de Zoon, de Messias, zich altijd vrijwillig onder God (de Vader) stelt, en eigenlijk (d.w.z. qua essentie, wezen) niet God is, daar de overhand heeft. Kerkgeschiedenis maakt nederig: in de periode na Nicea hebben christenen meer christenen omgebracht dan de Romeinse keizers samen. Het dogma werd bekrachtigd en gepreciseerd wat het ‘persoon-zijn’ van de Heilige Geest betreft in 381 (Constantinopel); wat de ‘twee-naturen’ van Christus betreft werden in 451 de puntjes op de “i” gezet (Chalcedon). Toch zal de heterodoxe opvatting (voorstelling) altijd opniew opduiken. Niet zo verwonderlijk, want het Nieuwe Testament is op dit punt op z’n minst meerstemmig en neigt in die polyfonie niet naar het dogma van de drie-eenheid, maar wel naar ‘meervoud’ in de manier waarop God zich present stelt in de geschiedenis, maar dat is iets heel anders…