Orlando di Lasso (ca. 1532-1594) Magnificat super « Hélas, j’ay sans merci » (solisten, koor, renaissance-instrumenten). Instrumentale uitvoering van de toonzetting van het chanson dat aan dit Magnificat ten grondslag ligt, als preludium.
Muzische viering 11 februari 2024 (zondag tussen twee 40-dagentijden) (Kerst-Maria Lichtmis / De Vasten)
Kerk van de Brabantse Olijfberg (Lange Winkelstraat 5, Antwerpen)
aanvang 10u30, orgelmuziek 10u15.
Voorganger: Dick Wursten. Muzikale Leiding: Willem Ceuleers.
Magnificat, de lofzang van Maria
Maria zingt over en vanuit de subversieve kracht van de ‘geboortelijkheid’ in een wereld waar het sterven domineert (‘Mortality’). ‘Geboortelijkheid’ (Natality) is het leven zien vanuit de kracht van het nieuwe begin. Daardoor wordt de status quo op z’n kop gezet en valt er een verfrissend licht op ‘the human predicament’, ‘la condition humaine’ , Wonderen worden mogelijk…
Het begrip ‘natality’ > Hannah Arendt (The human condition, 1958)
‘Mijn ziel maakt groot den Heer’ (Magnificat anima mea Dominum). De lofzang van Maria. Misschien wel het meest gezongen lied ter wereld. Elke vesperviering werd ermee besloten. Op alle Mariafeesten klonk het, deze lofzang van het doodgewone meisje, Myriam op de ‘grote goedheid van de God van aarstvader Abraham. Zij was ongehuwd, zwanger. Haar kind werd Gods Woord in ons midden. Sterker kan de revolutionaire kracht van het evangelie (Gods nieuwe inzet in de doodlopende mensengeschiedenis) niet worden verwoord.
Centum Magnificat (Lassus)
Rudolf Lassus (zoon van Orlando de Lasso)publiceerde ter eervolle nagedachtenis aan zijn vader in 1619 een bundel met 100 Magnificat-toonzettingen van zijn vader. Orlando (of Roland, Roeland) was een van de grootste ‘Vlaamse polyfonisten’. Zijn wieg stond in Mons/Bergen in Henegouwen. De reeds genoemde bundel heet Jubilus Virginis, hoc est Centum Magnificat ab Orlando de Lasso… Hieronder het tenorboek.
Voor nr. 54 (LIV) uit deze bundel haalde Lassus de muzikale inspiratie uit eigen bron. Een 5-stemmige toonzetting van het chanson Hélas, j’ay sans merci, dat hij enkele jaren voordien had gepubliceerd in een bundel met muzikale mengelingen: ‘Mélanges’. Het lied heeft een eenvoudig ritme, en een melodie (‘timbre’) met een heldere declamatie, inclusief een refrein. Het liedje speelt met de naam van twee bloemen, “le souci et la pensée” (de goudsbloem en het viooltje, maar ook: bezorgdheid en gedachte”). Dit materiaal, op zich al een heel creatief polyfoon chanson, gebruikt Lassus om het Maria’s jubelzang, het Magnificat uit op te bouwen. Meerstemmig getoonzette verzen worden afgewisseld met Gregoriaanse.
Muziek tijdens de viering
- orgel vóór: Willem Ceuleers (°1962): Magnificat primi toni, opus 573 (2003):
- Hoofdmuziek cantate: Orlando di Lasso (1532-1594):
Instrumentale intro: Hélas, j’ai sans merci (chanson)
Magnificat septimi toni quinque vocem super ‘Hélas, j’ai sans merci‘ (1582)
soli, koor, renaissance-instrumenten - orgel na: Charles Villiers Stanford (1852-1924) – 100ste sterftejaar Prelude and Fugue in e minor, zonder opusnummer (1877)
Medewerkers
sopraan: Danielle Van de Vloet, Sabine Vanthillo, Bieke Schiltz
alt: Marie-Ange Boost, Brenda Blokland, Heleen Rouwenhorst
bariton: Luk Verlackt, Walter Bosmans
bas: Willem Ceuleers, Dirk Daems, Herman Mennes
viool: JeongSun Goo
altviool: Heidi Verbruggen
cello: Piet Stryckers
gamba: Els Caremans
blokfluit: Bart De Coster, Kristin Meerts
dulciaan: Walter De Clercq
trombone: Koen Becu
Lukas 1: 46-55 De Jubilus Mariae Virginis (vertaling NBV 2021)
Mijn ziel prijst en looft de Heer,
mijn hart juicht om God, mijn redder:
Hij heeft oog gehad voor mij, zijn minste dienares.
Alle geslachten zullen mij voortaan gelukkig prijzen,
ja, grote dingen heeft de Machtige voor mij gedaan,
heilig is zijn naam.
Barmhartig is Hij, van geslacht op geslacht,
voor al wie Hem vereert.
Hij toont zijn macht en de kracht van zijn arm
en drijft uiteen wie zich verheven wanen,
heersers stoot Hij van hun troon
en wie gering is geeft Hij aanzien.
Wie honger heeft overlaadt Hij met gaven,
maar rijken stuurt Hij weg met lege handen.
Hij trekt zich het lot aan van Israël, zijn dienaar,
zoals Hij aan onze voorouders heeft beloofd:
Hij herinnert zich zijn barmhartigheid
jegens Abraham en zijn nageslacht,
tot in eeuwigheid.