Een afbeelding, een lied en een orgelstuk naar aanleiding van hemelvaartsdag.
Afbeelding: een helpende hand (ca. 400)
De afbeelding is van linksonder naar rechtsboven te lezen: Bij het graf zit een engel. Boven hem twee soldaten: de een slaapt. De vrouwen rechtsonder hebben de ‘palla’ over hun hoofd. In het bovenste luik is de de hemelvaart afgebeeld (op een trap van wolken, met twee expressief afgebeelde discipelen, qua houding een plorante en een orante (biddend). Jezus zelf is nog jong en baardeloos, een echte antieke figuur met toga en nimbus (en een boekrol in de hand?). Voor het laatste stukje omhoog krijgt Jezus hulp van God zelf… De boom met vogels linksboven doet mij denken aan de gelijkenis van Jezus over het mosterdzaadje, dat wel het kleinste is onder al de zaden, maar wanneer het opgewassen is, dan wordt het een boom, “alzo dat de vogelen des hemels komen en nestelen in zijn takken.” (Mattheüs 13)
Lied: Ten hemel opgevaren is (1628)
Als eenvoud het kenmerk is van het ware, dan is dit een goed hemelvaartslied. De tekst doet niets anders dan vertellen dat Christus ‘ten hemel is opgenomen’ en daar nu troont aan de rechterhand Gods, telkens onderbroken door ‘Halleluja’: een coronation-anthem. Het is echter vooral de melodie die ‘t ‘m doet. Al zingend zie je Jezus opstijgen, en de lofzang volgt hem na. Het Latijnse origineel is 15de eeuws, de Duitse vertaling van Bartholomäus Gesius 16de eeuws, de melodie 17de eeuws en de vertaling van J.W. Schulte Nordholt 20ste eeuws. In alle drie wordt de bijbelse link gelegd met de ‘troonsbestijgingspsalm’, Psalm 110: ‘De HEER zegt tot mijn Heer, zet u aan mijn rechterhand’
Meer info over het lied vindt u in het online Liedboekcompendium. Daar komt ook de opname vandaan. De tekst:
- Ten hemel opgevaren is, halleluja,
Christus die Heer en Koning is, halleluja. - Nu zit Hij aan Gods rechterhand, halleluja,
heerst over hemel, zee en land, halleluja. - Zie nu hoe in vervulling gaat, halleluja,
wat in de psalm geschreven staat, halleluja. - De Heer verleent zijn majesteit, halleluja,
aan Davids Zoon in eeuwigheid, halleluja. - Nu stijgt ons loflied op en eert, halleluja,
de Here Christus die regeert, halleluja. - De heilige Drievuldigheid, halleluja,
zij lof en prijs in eeuwigheid, halleluja.
Orgelwerk: Ten hemel opgevaren is (1999)
Voor dit lied (gezang 228 (Liedboek voor de Kerken); Zingt Jubilate 428) schreef Willem Ceuleers in 1999 een koraalvoorspel, waarbij vanaf maat 6 een toonladder wordt opgericht die in de diepste diepte begint en in de hoogste hemelen eindigt. In de onderstaande video kunt u dit volgen in de partituur.