De leçons de ténèbres (letterlijk: lezingen aangaande het duister) is geen concertmuziek, maar liturgische muziek en wel bestemd voor de donkere metten (‘des morgens als het nog donker is’) voor de dag aanbreekt (nocturnen). En wel heel specifiek voor ‘de drie hoogheilige dagen’ van het christelijk geloof: Witte Donderdag/ Goede Vrijdag / Stille Zaterdag. De dagen waarop zich de ‘passie van Christus’ afspeelt: van zijn laatste avondmaal, zijn agonie in de hof van Getsemane, het verraad van Judas, de verloochening door Petrus, het proces voor Pilatus, de kruisiging, eindigend met de graflegging Ruhe sanfte, sanfte Ruh… De term ‘Ténèbres’ is ontleend aan de Evangelielezing: “Et tenebrae factae sunt dum crucifixissent Jesum…” En het werd duister, toen zij Jezus kruisigden. De leçons de ténèbres (lezingen) zijn allen ontleend aan de Klaagliederen (Lamentationes) toegeschreven aan de profeet Jeremia. Die zit bij de puinhopen van Jeruzalem, en weent over een totaal verwoeste stad, een verwoeste wereld, een verwoest leven. Deze klaagzangen raken nog steeds diep, omdat ze – jammer genoeg – van alle tijden zijn. De muziek die vanaf de late Middeleeuwen voor deze lezingen is geschreven hoort tot het aangrijpendste wat in de Westerse muziekcultuur te horen valt.
De drie leçons van de Franse componist Delalande (1657-1227) worden in dit concert afgewisseld met teksten (gedichten van Wislawa Szymborska en Joseph Hahn) en twee instrumentale intermezzi: Een deel uit de Symphonie Passion van Marcel Dupré: crucifixion en een eigentijdse compositie van John Joubert, Tombeau. Reflections on ‘When I am laid in earth’ (Purcell) voor gamba solo.
Michel-Richard de Lalande, zijn vrouw en dochters
Michel-Richard de Lalande was muzikant/componist aan het hof van Versailles. Hij legde zich speciaal toe op religieuze muziek voor vrouwenstemmen, in een tijd waarin dat beschouwd werd als het domein van mannen (officieel was er een kerkelijk verbod op de participatie van vrouwen aan kerkmuziek. Jaja). Van de vele muziek die hij componeerde hebben vrienden en collega’s na zijn overlijden een bundel samengesteld. De Leçons de Ténèbres en het Miserere (boetepsalm, nr. 50/51) die daarin zijn opgenomen zijn technisch zeer verfijnd (aartsmoeilijk dus), maar tegelijk ook welsprekend door hun expressieve kracht. De Lalande componeerde deze toonzettingen voor de dames van het klooster van de Assomption . Ze werden door de beide dochters van DelaLande uitgevoerd, en wel op zodanige manier dat heel Parijs na afloop vol bewondering de lof zong van de hele muzikale familie.1.
Het gaat hier over de twee dochters van Michel-Richard Delalande en zijn vrouw Renée Anne Rebel : Marie-Anne en Jeanne. Delalande was op 8 juli 1684 getrouwd, in aanwezigheid van de zonnekoning. Zijn dochters Marie-Anne (1686), Jeanne (1687) zongen beide in de Chapelle Royale, waar ze werden opgemerkt door de Zonnekoning zelf, die elk van hen een toelage van 1.000 livres toekende in april 1706. En daarbij de wens uitsprak hun vakder te horen. Dit is waarschijnlijk de aanzet geweest voor Delalande om ook geestelijke muziek voor vrouwenstemmen te componeren, t.t.z. voor zijn vrouw en zijn dochters. Helaas stierven zijn beide dochters in de pokkenepidemie van 1711. Lodewijk XIV, die zijn oudste zoon had verloren, zou toen tegen De Lalande gezegd hebben: “U hebt twee dochters verloren die zeer verdienstelijk waren; Ik, ik heb Monseigneur verloren. La Lande, men moet zich bij de dingen neerleggen.” (« Vous avez perdu deux filles qui avaient bien du mérite ; Moy, j’ay perdu Monseigneur. La Lande, il faut se soumettre »).
Het gebruik van eigenzinnige chromatische bassen in het continuo, de expressieve stilte van de pauzes en de grote aandacht die hij besteedde aan de teksten, maken van dit religieuze werk een van de meest aansprekende voorbeelden uit het oeuvre van een componist op het hoogtepunt van zijn kunnen.
- «pour les dames de l’Assomption et Chantez par Mesd[emoiselles] De la Lande à l’admiration de tout Paris» . Notitie in de catalogus van Anne Danican Philidor de oudere (componist, hoboïst), bewaard in de bibliotheek van Ceccano in Avignon. Het betreft de zettingen van de Leçons de Ténèbres en het Miserere à voix seule (S.87)